Er zal wel nooit meer een mooiere uitvinding komen dan fietsen door de Hollandse duinen, over de duintoppen, met aan de ene kant beneden je de zee en aan de andere kant het uitgestrekte laagland. Soms zijn de paden fantastisch, zoals het nieuwe pad richting Kijkduin of de kustlijn van Goeree. Maar er blijkt toch nog een overtreffende trap, Maasvlakte II. Het 16 km lange pad fietsen vanaf het Oostvoornse Meer naar de Maasmond, het einde van de ronding van Maasvlakte II, is een heel bijzondere ervaring. Na een tijdje gereden te hebben op het bijna rimpelloze asfalt, met links de zee met laaghangende mist en rechts de waterspiegels van de nog ongebruikte havens, krijg je een heel apart gevoel, alsof je fietst in het Niets, naar het Niets, vanuit het Niets. Je blijft volkomen in het moment steken, een voortgaan dat maar niet lijkt te eindigen, en als het uiteindelijk dan toch eindigt moet je weer terug, er is geen oversteek. Je moet de volle 16 km ook weer terug. Na afloop lijkt het alsof je een onbewoond eiland hebt bezocht, een vreemde, nog onontdekte wereld.
Deze tocht met Frank begon gewoon bij Vijfsluizen, niet eens zo vroeg. Langs de Waterweg reden we, die steeds lelijker en Vinex-achtiger wordt, en via het pontje van Maassluis naar Rozenburg en verder de landtong op bij het Brielse Meer. We fietsten in een gezapig tempo, met windje mee, rond het Oostvoornse Meer en naar Maasvlakte II. Eenmaal terug van de expeditie aldaar namen we eind van de middag via Maasvlakte I de Waterbus naar de Hoek en de trein weer terug naar huis. Een warme en zeer fraaie rit. 70 km.