maandag 30 mei 2011

South by Southwest

Windje 6-7 Z/ZW gisteren, maar toch kriebelden de fietsgenen behoorlijk. Alleen had ik weinig trek in een treinrit heen of terug en daarom maar weer eens een ouderwetsch rondje door Midden-Delfland. Toen ik vertrok rond 1 uur brak zowaar ook een matig zonnetje door. Het rondje Broekpolder/Foppenplas leverde weinig schokkends op, de kikkers lieten zich niet zien, wel horen. Een valkje vluchtte net op tijd weg voor mijn camera. Eenmaal rondgereden en aangekomen bij de afvaartplaats van pontje De Kwakel had ik meer geluk. Op diverse paaltjes zaten Grutto’s en ze bleven ook geduldig poseren. Een fraai gezicht! Helaas kon ik wegens prikkeldraad niet dichterbij komen. Deze keer reed ik ook weer eens de Duifpolder rond en aldaar nog meer Grutto’s en andere steltlopers. Er zijn daar inmiddels aardige waterpartijen ontstaan die voor vele vogelsoorten aantrekkelijk zijn.

Over het Gaagpad richting Schipluiden ging het behoorlijk hard. Zo lekker zelfs dat ik afzag van mijn originele plan om door Schipluiden naar ‘t Woudt te fietsen. In plaats daarvan bleef ik lekker rechtuit gaan, langs de golfbaan en de inmiddels flink opgebroken plek in het natuurschoon waar de verlengde A4 gaat komen. Wat een drama is dat toch, het asfalttuig vernielt ook echt alles in dit land. Eenmaal bij de buitenwijken van Delft aangekomen reed ik wat kris-kras door Midden-Delfland terug naar de rand van Vlaardingen en deed even een bezoekje aan schaakvriend Koot. Hier en daar de wind flink tegen, zoals op de mooie Oostveenseweg, maar de benen waren best goed. Na het bezoekje bij Koot ging het weer op huis aan, een heerlijk rondje toch wel, 41 km.


Nog even een korte terugblik: Een week geleden zat ik voor een 10-daagse break ik nog in Drenthe, het land van Rhododendrons en Kwikstaarten, veenpluis en kikkers, heel veel veenpluis en heel veel kikkers, hunebedden en dennenappels, raspatat en eierballen, eindeloze bospaden, talloze vennetjes met rondscherende libelles, oude Gazelle huurfietsen, graszodenindustrie, eindeloos boerenland, Kamp Westerbork, uitvliegende Koolmeesjongen, Bonte Vliegenvangers, radiotelescopen, Harry Muskee in Grolloo, Deurzerdiep, Hijkerveld, Noorderveld, veeroosters, paragliding, zandverstuivingen, heidevelden, kaasboerderijen, asperges. Tot zover in steno de belevenissen aldaar. Helaas maar drie dagen zon gehad, maar in die drie dagen wel twee zeer fraaie ritten gereden van elk 50+. Het totaal kwam op 133 km. In september waarschijnlijk nog een keertje!


zaterdag 14 mei 2011

Afwisselend landschap




Vanaf gisteren zit ik voor tien dagen vakantie in Drenthe. Hopelijk valt er hier nog wat te fietsen, ondanks dat de weersvoorspellingen vooralsnog wat sombertjes zijn. Deze blog heeft echter eerst nog een verslagje tegoed over de rit van afgelopen zondag. Frank en ik reden toen een heerlijk meiritje in zeer warm weer. Aanvankelijk stelde Frank een monsterrit voor, vanaf Amsterdam langs het IJsselmeer naar Den Helder. Ik zag deze rit van 150+ gezien de warmte niet echt zitten en achteraf waren we eigenlijk wel blij dat we voor een andere route zijn gegaan. Wat we wel fietsten was net mooi, goed te doen en een route met hier en daar ook nieuwe paden. Delen van deze trip waren al eerder door Frank solo gereden in een rit naar Nieuw-Vennep en voor mij was het de herkansing van een mislukte rit die ik reed in oktober vorig jaar. De eerste 46 km had ik toen ook al gereden, maar ik had mezelf beloofd deze track in de herkansing te gooien vanwege het uitermate fraaie karakter. Een rit met een enorm afwisselend landschap. We startten afgelopen zondag onderaan de Rottemeren, Frank fietste er heen en ik kwam met de metro. Met de zuidenwind in de rug reden we in vrij hoog tempo naar de kop van de Rottemeren. Een prachtig gebied om te fietsen en het is er eigenlijk altijd wel druk met dagjesmensen en heel veel roeiers, meestal vanaf de zijkant aangespoord door een coach op de fiets met roeptoeter die niet of nauwelijks voor zich uitkijkt. Aan de kop namen we een break voor een drankje en broodje en doken daarna onder de A12 door en reden langs het restantje van de Rottemeren naar Moerkapelle. Vanaf dit punt begon weer een heel ander landschap, bijzonder stil en fraai weids met grasland en schapen en uit sloten schetterden de kikkergeluiden (dit ging trouwens de hele dag door!). Weinig medefietsers hier. Na enige tijd stuitten we op een vrouw die onwel was geworden en vervolgens van haar fiets gevallen. Ze zat behoorlijk onder het bloed. Gelukkig was de ambulance al gebeld en was er, naast haar eigen man, al een fietser bij die hulp bood. We konden verder weinig doen reden dus maar door en hoorden even later de ambulance aankomen.




Nabij Hazerswoude-Dorp sloegen we af naar het bizarre pad dat uiteindelijk leidt naar de Rietveldse Molen. Het gebiedje heet Klein-Giethoorn en is een aaneenschakeling van kleine watertjes en sloten waar je urenlang kunt roeien. Hier bevindt zich ook de horecagelegenheid “Klein-Giethoorn” waar we een ruime stop namen met koffie en appeltaart. Erg verborgen dit terras maar zeer druk, de stoelen vielen niet aan te slepen. Heel gezellig. Van hier reden we verder over een klein onverhard paadje en daar doemde dan de Rietveldse molen op. Tot mijn verbazing had Frank hier ook ooit gereden en ik dacht nog wel hem te verrassen met dit bijzondere pad. Langs nog meer molens reden we Klein-Giethoorn weer uit en dieper het Groene Hart in. Langs Hazerswoude-Rijndijk en over het water naar Koudekerk aan den Rijn. Hier en daar kruisten we soms bekende paden uit vorige ritten. Langs een geweldig pad door het groen met aan beide zijden knotwilgen ging het naar de Lagenwaardse molen waar net een demonstratie bezig was in water pompen door de molenaar.




Wij reden door langs nog vele molens via de Wijde Aa naar Hoogmade, weer een water over en hier en daar namen we een stop om bij te komen van de warmte en te genieten van de fraaie omgeving. Vervolgens reden we naar Kaag en Buitenkaag langs de meest bizarre watertjes en over bruggetjes. Wat een geweldig gebied is dit! Over de Lisserdijk met heel veel watersporters en dure jachten naar Lisse en langs de Keukenhof reden we zo, ergens tussen Noordwijk en Zandvoort de duinen in. Plots dus weer heel ander terrein nu en natuurlijk voor ons heel bekend. Bij het Langevelderslag volgde weer een lange break met ijs en cola en vervolgens namen we het laatste stukje met de wind mee door de duinen naar Zandvoort. Nu ja, de wind mee, dat viel dus behoorlijk tegen want die was inmiddels gedraaid naar NW en dat werd tegen de verwachting in nog even flink stoempen. Frank zat er meteen een beetje doorheen en moest in Bloemendaal aan Zee dringend aan een infuus met patat om weer op krachten te komen. Mijn voostel om via de Kennemerduinen met de draagvleugelboot naar Amsterdam CS te gaan lieten we varen vanwege de afstand en de wat mindere aansluiting naar Schiedam terug, maar zelfs een rondje door de duinen om het circuit van Zandvoort heen zag Frank niet meer zitten en daarom reden we maar linea recta naar Heemstede terug en namen daar de trein. Uiteindelijk waren we best wel vroeg terug, zo rond kwart over zes stonden we weer op Schiedam CS. Een heerlijk ritje zoals gezegd en blij dat ik deze track nu toch heb gereden. Mooie route die voor herhaling vatbaar is. Het werd voor mij 95 km. Binnenkort de belevenissen in Drenthe.





dinsdag 3 mei 2011

Met NO 6 strak langs het water

Nog steeds houden Frank en ik het “Bob-den-Uylen”  hoog in het strak wapperende vaandel. Fietsen zoals de Rotterdamse schrijver Bob den Uyl (1930-1992) dat propageerde: kijken hoe de wind staat en afhankelijk daarvan nemen we de trein heen of de trein terug. Fietsen met de wind mee dus, het is hier al vele malen beschreven. Den Uyl zelf verwoordde het in zijn boekje "Wat fietst daar?" als volgt: 'Een fietstocht is het afleggen van een onbepaald aantal kilometers op de fiets. (...) Richting en bestemming laten wij bepalen door de wind. We stappen 's ochtends op de fiets en rijden ontspannen met de wind mee. Ja maar zullen velen zeggen, dat heeft toch weinig nut? Als je 's avonds weer thuis wilt zijn, zal je toch op een bepaald ogenblik tegen de wind in moeten gaan fietsen. Dit nu doen wij niet. Wij blijven de hele dag met de wind mee fietsen, en keren 's avonds per trein terug.'

Op Koninginnedag stond er een fikse NO-wind, dicht bij huis 5 en onderin Zeeland zelfs 6. Aangezien Koninginnedag (ons) niet bepaald uitnodigt om de grote steden te bezoeken of zelfs maar de trein te nemen die in die richting gaat, was de keus snel gemaakt: wederom een rit langs het water over het prachtige Goeree en de Zeeuwse eilanden. Deze keer onze jaarlijkse “klassieker”, een rit van 120 km waarbij we op ieder eiland zoveel mogelijk langs het water blijven en dus de volledige rondingen maken. Deze rit hebben we al diverse malen gefietst, zowel vanuit de thuisbasis als vanuit Vlissingen. Een zeer memorabele was b.v. die van juli 2009.

Normaal gesproken startte deze rit bij NO-wind altijd gewoon hier bij de Beneluxtunnel, maar tegenwoordig slaan we het saaie Hoogvliet en Spijkenisse liever maar over en nemen de metro naar het eindpunt in Spijkenisse en starten daar. Je zit dan meteen na een kilometer al in het groen richting de Bernisse. Deze keer gingen we om 10 uur van start vanaf de Akkers dus. Fietsen met de wind mee is best nog een hele kunst, ga vooral niet als een gek pedaleren want dan blaas je jezelf op den duur op. Het mooie is nu juist dat je heerlijk relaxed kunt rijden en genieten van de omgeving en toch een aardig vaartje houdt dat je bijna geen moeite kost. Tegen de wind in fietsen houdt daarentegen in dat je vaak langdurig over je stuur hangt met het hoofd naar beneden en dus minder kunt genieten van de mooie omgeving. Langdurig tegen de wind in fietsen = dom. Pas op het allerlaatste stukje van onze rit van zaterdag, vanaf Westkapelle, moesten we tegen de wind in naar Vlissingen. Tot aan dat moment was het gemiddelde een fraaie 20+ na 100 km. Op het laatste stukje kakte dat natuurlijk grandioos in, maar goed, we rijden nu eenmaal niet om snel klaar te zijn of records te breken.

Het is toch wel grappig eigenlijk dat Frank en ik deze rit echt blindelings kunnen rijden nu. Zonder kaart of GPS-track rijden we zo van Spijkenisse naar Vlissingen. Dat geeft meteen minder stress onderweg, wegbewijzering hoeven we niet op te letten. De wind was heerlijk in de rug en dat het wel goed zat deze dag merkten we al in de Bernisse richting Hellevoetsluis. Opvallend stil was het trouwens daar, geen oranjefeest niks. Zonder problemen konden we dwars door het centrum. Geen toeter of oranje pruik te bekennen. De gorzen achter Hellevoet waren bepaald nog niet spannend bezet met lepelaars of ander gevogelte maar des te meer overwoekerd door de bereklauw. Ook de rest van de dag waren we echt verbaasd over het ongekende succes van dit onkruid. Alleen schapen en geiten schijnen er dol op te zijn.

Behalve de Koningin waren er nog meer jarigen tijdens onze rit, te weten de dammen op de eilanden! Vijf dammen vieren een kroonjaar. Onze eerste horde bijvoorbeeld, de Haringvlietdam, werd op 15 november 1971 door Juliana geopend. Vanaf 1957 is er aan gewerkt. Lengte is 5 km. De dam bevat 17 sluizen met elk een opening van 56,6 meter. Voor ons allemaal oude kost en gesneden koek natuurlijk en in no-time zaten we al in de Kwade Hoek en via het geweldige schelpenpad even later heerlijk op een bankje in de zon nabij het Flaauwe Werk met uitzicht op zee. Wat toen al opviel: er waren nauwelijks medefietsers! Ongekend rustig was het op de paden, bijna geen mens te bekennen en dat zou pas bij Renesse veranderen. Zelfs onze volgende verovering, de Brouwersdam, was bijzonder rustig met slechts enkele (Duitse) caravans en mobile homes. De Brouwersdam had de caissonsluiting op 1 mei 1971, dus ook al een jarige. Door deze 6 km lange dam ontstond het Grevelingenmeer.

Halfverwege de dam keken we natuurlijk nog even naar onze vrienden de zeehonden die daar eigenlijk altijd wel ronddobberen. Een paar foto’s werden geschoten en toen gingen we weer verder, op naar Renesse. Deze rit bleven we overal strak langs het water en dat houdt in dat je bij Renesse noodgedwongen wat hoge duinpukkels mag beklimmen. De hoogste is een beroemde en vervloekte bult met stijgingspercentage 10% of zoiets, die je alleen lopend opkomt. Frank beweert dat hij het ooit fietsend heeft gedaan met zijn SPN. Tijdens onze pauze daar zagen we slechts 1 mannetje het inderdaad halen, maar die kwam met een bijzonder rood en gezwollen hoofd aan en vroeg direkt om zuurstof en een priester. Het bankje bovenop deze bult biedt een werkelijk schitterend uitzicht op de bijna verlaten stranden van Schouwen-Duiveland. Misschien dat er hooguit vijf man op het strand liepen. Waarom zou je in godsnaam naar Scheveningen gaan en daar hutje bij mutje gaan liggen? Ga toch lekker naar Zeeland.

Na vele foto’s te hebben geschoten reden we via Burgh-Haamstede relaxed Schouwen weer af en namen een volgende break bij een monument op de kop van Westenschouwen, ook al een favoriet plekje met geweldig uitzicht. En daarna volgde dan de 9 km lange Oosterscheldekering met de beroemde pijlerdam en in het midden het voormalig werkeiland Neeltje Jans. We merkten tijdens deze rit dat we op sommige plekken welhaast een beetje blasé fietsten, misschien ook door het heerlijke weer, maar rijden over de pijlerdam blijft altijd weer heel bijzonder. De kracht van het water dat beneden je kolkt en raast is werkelijk ongelofelijk en heel indrukwekkend. De pijlerdam gaat dan weer naadloos over in de niet minder fraaie Veersegatdam die Noord-Beveland met Walcheren verbindt (caissonsluiting 27 april 1961, ook al een jarige!). Helaas maar 2,8 km want dit is wel heel mooi fietsen, met aan de ene kant het Veerse Meer en aan de andere kant de aanblik van de pijlerdam die in de verte verdwijnt achter de duinranden en een vol strand met talloze windsurfers die over het water scherend de blauwe lucht van bonte kleuren voorzien. Dichterlijker kan ik het niet beschrijven! En toen zaten we alweer op Walcheren. Langs Breezand ging het de duinen en even later zelfs de bossen in achter Oostkapelle, toepasselijk genaamd Oranjezon. Vroeger was het inderdaad dan ook eigendom van de graven van Nassau. Meer info over dit geweldige natuurgebied waar je uitgebreid kunt fietsen en wandelen o.a. HIER.

Het bos heeft heerlijk slingerende onverharde paden en vreemd ogende kronkelige bomen, zal wel door het duinzand komen of zo. Je ervaart het een beetje als een sprookjesbos. De zon schitterde wel wat irritant door het gebladerte waardoor we af en toe de orientatie kwijt raakten en bijna bochten misten. Na enige tijd doemde een ons bekende snackbar op en namen we een heerlijk softijsje. Enkele jaren geleden lag ik hier uitgeteld als een Tommy Simpson met een colaatje te recupereren. Hierna weer verder door het bos en uiteindelijk via Domburg, waar we weer kasteel Westhove raakten maar niet bezochten, naar de zeedijk richting Westkapelle. Een fantastisch stuk met een uitzicht over de Noordzee om je vingers bij af te likken. Ook Westkapelle zelf is een leuk dorpje, je kijkt vanaf de dijk uit over de vele oranje daken en daar steekt dan plots een fraaie molen bovenuit. Ook hier op de dijk namen we een ruime eet- en drinkstop als voorbereiding op het laatste stuk tegen de wind in.

Dat laatste stuk viel eigenlijk reuze mee, want we reden behoorlijk beschut door bos en achter dijken. Op slechts enkele punten was het heel even stoempen, maar dat mag bijna geen naam hebben. Verrassend was met name dat we een nieuw pad aantroffen dat ons vanaf Westduin zo Vlissingen binnenreed. Een zeer fraai pad, om de superlatieven nog maar even te handhaven. Daarna hebben we met een voldaan gevoel nog even heerlijk in de namiddagzon op de boulevard van Vlissingen gezeten en na een klein uurtje dan toch de trein opgezocht. Dat werd even wachten, maar gaf de gelegenheid tot lekker nagloeien van deze geweldige rit. Voor het gevoel wederom een hoogtepuntje in onze Zeelandritjes, vlekkeloos van begin tot eind! Volgende prooi in Zeeland wordt op zeker nu de Oesterdam onderaan Tholen, met 10,5 km tevens de langste dam van de Deltawerken. Ik kan haast niet wachten.

De track van deze dag in detail op Ride with GPS.

De info over de jubilerende dammen is afkomstig uit een special van de Provinciale Zeeuwse Courant van vorige week, met dank aan collega Fred.

Labbekakritje met bakkie in Delft

45 km