Vorig jaar stond ik eind maart op 681 km, dit jaar nu al op 721 km. Vorig jaar eindigde ik op 4100+ dus wat gaat het dit jaar wel niet worden? Overigens heb ik voor dit jaar geen target gezet. We rijden gewoon mooie ritten en we zien wel wat de eindstand gaat worden. Toch sluipt het “rijden om het rijden” er af en toe wel een beetje in. Het lijkt op de drang die hardlopers ook hebben om iedere dag weer wat kilometers te maken, een verslaving bijna. Ook bij niet al te best weer wordt de beslissing om te rijden vaak wat (te) snel genomen. Zo ook afgelopen weekend, een weekend met duidelijk twee gezichten.
Zaterdag reden we op een prachtige lentedag met redelijke temperatuur en een heerlijk zonnetje een werkelijk fabuleuze riviertocht. Langs de noordoever van de Waal ging het van startpunt Gorinchem (waar we vorige week eindigden) helemaal naar Nijmegen. Dit is vrij eenvoudig rijden want je rijdt eigenlijk alleen maar over de Waaldijk en het verlengde daarvan, de Waalbandijk. Je hebt geen GPS of kaarten nodig. Het is een prachtige dijk met bijna voortdurend mooi asfalt en je rijdt langs schitterende vergezichten met uitgestrekte groene uiterwaarden bezaaid met vogelplassen. Je slingert door kleine oude dorpjes met oude kerkjes en kasteeltjes, dorpjes waar je nog nooit van hebt gehoord: Benedeneind, Kerkeneind, Hellouw, Tuil, Neerijnen, Opijnen, Heesselt, Varik, enz. Stilte, rust en ruimte straalt het allemaal uit. Vriendelijke mensen en boerenmeisjes die zwaaien als je langs rijdt. Hollandser kan het niet. Het doet je meteen denken aan het gedicht van Marsman.
Om half twaalf arriveerden we met de trein in Gorinchem en van dat moment af tot aan het einde in Nijmegen om half zeven was het een lange droomrit. De heerlijke eerste stop met koffie en kleine excursie in Fort Vuren, een pittoreske begraafplaats in Kerkeneind met een grote oude boom in het midden met in de toppen vier nestelende ooievaars (zie foto bovenaan), nog meer ooievaars nabij Hellouw, de prachtige Crobsche Waard, het leek niet op te houden. Dan ook nog bijzondere spots: behalve de ooievaars ook een buizerd die vlak voor ons in het weiland zat, een aantal zwarthalszwanen en om het af te toppen nabij Dodewaard een albino kangeroe! Daarbij talloze watervogels, een haas die voor ons bankje langs scheerde, enz. De Waaldijk slingert ook prachtig, soms rijd je pal naast de rivier, dan weer een behoorlijk eind weg en helemaal om langs mooie natuurgebieden en uiterwaarden. We namen bij Tiel ook nog even voetveer de “Hendrikus” naar de overkant en reden even later bij Beneden-Leeuwen weer terug naar de noordkant. Onderweg werd regelmatig gestopt en genoten en desondanks kwamen we prima op schema aan in Nijmegen met een schitterende zonsondergang achter de treinbrug. In Nijmegen een patatje en met de trein van 19:09 terug naar Rotterdam CS. Om half tien weer thuis, precies twaalf uur weggeweest en 113 km gereden. De toprit van dit jaar tot nu toe! En het einde van de Waalrit is nog niet in zicht want de volgende keer beginnen we in Nijmegen en rijden langs de Waal verder, een heel stuk door Duitsland terug naar Arnhem en daar weer de trein naar Rotterdam. Een Waal-estafette dus.
Zondag was het bepaald anders. Het weer was slechter, met veel wind en het was kouder. Toch lieten we ons verleiden tot een rit. Met de trein naar Leiden en dan terug naar Schiedam fietsen “met de wind mee”. Dat klopte niet erg want het was weer regelmatig beuken en stampen en vloeken. Tegen de wind in rijden is zoiets als met zwart spelen bij het schaken, je doet het niet voor je lol. We brachten een bezoekje aan het achterland van Adri de Groot, onze favoriete natuurfotograaf. We stopten bij de observatiehut van vogelplas de Starrevaart, zagen een mooie kolonie Grutto’s even verderop, maar al snel hadden we door dat we de verkeerde dag hadden gekozen, we zaten beiden niet lekker op de fiets en moesten voor ons gevoel linea recta naar huis zien te komen. Dat bleek niet eenvoudig en al helemaal niet als je per ongeluk in Vinex-land terecht komt nabij Leidschenveen, de hel op aarde voor de fietser. Geen stratenplan, zand, opbrekingen, afvalhopen, kris-kras rijdende auto’s, fietspaden die plots eindigen op een parkeerplaats, werkboerderijen waar je in de rondte rijdt zonder enig uitzicht op een uitgang, nog meer grijze Vinex-wijken en nog meer oerlelijke bedrijventerreinen. Het werd ondertussen kouder, donker met regendreiging en de wind bleef maar beuken. Eindelijk zagen we bij de Dobbeplas bekend terrein, reden ook hier echter nog verkeerd en pas bij de Ackerdijkse plassen ging het op de automatische piloot. Helemaal kapot kwamen we in Schiedam aan waar ik ook nog de metro voor mijn neus weg zag gaan en dus dwong ik mijn vermoeide lichaam om ook nog maar de fietstunnel te pakken. Het werd aldus zelfs nog 63 km. Maar dat nooit meer! Eerst zon zien, geen wind en hoge temperaturen voordat we de deur weer uitgaan.
Bekijk de pano’s van zaterdag op mijn flickr-pagina.
Lees de verslagen van Frank van dit weekend met de routekaarten.
1 opmerking:
Het zijn weer fraaie plaatjes Peet. Ennuh, dat rijden om het rijden? Herkenbaar, zeer herkenbaar...
Een 10K addict ;-)
Een reactie posten