maandag 30 mei 2011

South by Southwest

Windje 6-7 Z/ZW gisteren, maar toch kriebelden de fietsgenen behoorlijk. Alleen had ik weinig trek in een treinrit heen of terug en daarom maar weer eens een ouderwetsch rondje door Midden-Delfland. Toen ik vertrok rond 1 uur brak zowaar ook een matig zonnetje door. Het rondje Broekpolder/Foppenplas leverde weinig schokkends op, de kikkers lieten zich niet zien, wel horen. Een valkje vluchtte net op tijd weg voor mijn camera. Eenmaal rondgereden en aangekomen bij de afvaartplaats van pontje De Kwakel had ik meer geluk. Op diverse paaltjes zaten Grutto’s en ze bleven ook geduldig poseren. Een fraai gezicht! Helaas kon ik wegens prikkeldraad niet dichterbij komen. Deze keer reed ik ook weer eens de Duifpolder rond en aldaar nog meer Grutto’s en andere steltlopers. Er zijn daar inmiddels aardige waterpartijen ontstaan die voor vele vogelsoorten aantrekkelijk zijn.

Over het Gaagpad richting Schipluiden ging het behoorlijk hard. Zo lekker zelfs dat ik afzag van mijn originele plan om door Schipluiden naar ‘t Woudt te fietsen. In plaats daarvan bleef ik lekker rechtuit gaan, langs de golfbaan en de inmiddels flink opgebroken plek in het natuurschoon waar de verlengde A4 gaat komen. Wat een drama is dat toch, het asfalttuig vernielt ook echt alles in dit land. Eenmaal bij de buitenwijken van Delft aangekomen reed ik wat kris-kras door Midden-Delfland terug naar de rand van Vlaardingen en deed even een bezoekje aan schaakvriend Koot. Hier en daar de wind flink tegen, zoals op de mooie Oostveenseweg, maar de benen waren best goed. Na het bezoekje bij Koot ging het weer op huis aan, een heerlijk rondje toch wel, 41 km.


Nog even een korte terugblik: Een week geleden zat ik voor een 10-daagse break ik nog in Drenthe, het land van Rhododendrons en Kwikstaarten, veenpluis en kikkers, heel veel veenpluis en heel veel kikkers, hunebedden en dennenappels, raspatat en eierballen, eindeloze bospaden, talloze vennetjes met rondscherende libelles, oude Gazelle huurfietsen, graszodenindustrie, eindeloos boerenland, Kamp Westerbork, uitvliegende Koolmeesjongen, Bonte Vliegenvangers, radiotelescopen, Harry Muskee in Grolloo, Deurzerdiep, Hijkerveld, Noorderveld, veeroosters, paragliding, zandverstuivingen, heidevelden, kaasboerderijen, asperges. Tot zover in steno de belevenissen aldaar. Helaas maar drie dagen zon gehad, maar in die drie dagen wel twee zeer fraaie ritten gereden van elk 50+. Het totaal kwam op 133 km. In september waarschijnlijk nog een keertje!


zaterdag 14 mei 2011

Afwisselend landschap




Vanaf gisteren zit ik voor tien dagen vakantie in Drenthe. Hopelijk valt er hier nog wat te fietsen, ondanks dat de weersvoorspellingen vooralsnog wat sombertjes zijn. Deze blog heeft echter eerst nog een verslagje tegoed over de rit van afgelopen zondag. Frank en ik reden toen een heerlijk meiritje in zeer warm weer. Aanvankelijk stelde Frank een monsterrit voor, vanaf Amsterdam langs het IJsselmeer naar Den Helder. Ik zag deze rit van 150+ gezien de warmte niet echt zitten en achteraf waren we eigenlijk wel blij dat we voor een andere route zijn gegaan. Wat we wel fietsten was net mooi, goed te doen en een route met hier en daar ook nieuwe paden. Delen van deze trip waren al eerder door Frank solo gereden in een rit naar Nieuw-Vennep en voor mij was het de herkansing van een mislukte rit die ik reed in oktober vorig jaar. De eerste 46 km had ik toen ook al gereden, maar ik had mezelf beloofd deze track in de herkansing te gooien vanwege het uitermate fraaie karakter. Een rit met een enorm afwisselend landschap. We startten afgelopen zondag onderaan de Rottemeren, Frank fietste er heen en ik kwam met de metro. Met de zuidenwind in de rug reden we in vrij hoog tempo naar de kop van de Rottemeren. Een prachtig gebied om te fietsen en het is er eigenlijk altijd wel druk met dagjesmensen en heel veel roeiers, meestal vanaf de zijkant aangespoord door een coach op de fiets met roeptoeter die niet of nauwelijks voor zich uitkijkt. Aan de kop namen we een break voor een drankje en broodje en doken daarna onder de A12 door en reden langs het restantje van de Rottemeren naar Moerkapelle. Vanaf dit punt begon weer een heel ander landschap, bijzonder stil en fraai weids met grasland en schapen en uit sloten schetterden de kikkergeluiden (dit ging trouwens de hele dag door!). Weinig medefietsers hier. Na enige tijd stuitten we op een vrouw die onwel was geworden en vervolgens van haar fiets gevallen. Ze zat behoorlijk onder het bloed. Gelukkig was de ambulance al gebeld en was er, naast haar eigen man, al een fietser bij die hulp bood. We konden verder weinig doen reden dus maar door en hoorden even later de ambulance aankomen.




Nabij Hazerswoude-Dorp sloegen we af naar het bizarre pad dat uiteindelijk leidt naar de Rietveldse Molen. Het gebiedje heet Klein-Giethoorn en is een aaneenschakeling van kleine watertjes en sloten waar je urenlang kunt roeien. Hier bevindt zich ook de horecagelegenheid “Klein-Giethoorn” waar we een ruime stop namen met koffie en appeltaart. Erg verborgen dit terras maar zeer druk, de stoelen vielen niet aan te slepen. Heel gezellig. Van hier reden we verder over een klein onverhard paadje en daar doemde dan de Rietveldse molen op. Tot mijn verbazing had Frank hier ook ooit gereden en ik dacht nog wel hem te verrassen met dit bijzondere pad. Langs nog meer molens reden we Klein-Giethoorn weer uit en dieper het Groene Hart in. Langs Hazerswoude-Rijndijk en over het water naar Koudekerk aan den Rijn. Hier en daar kruisten we soms bekende paden uit vorige ritten. Langs een geweldig pad door het groen met aan beide zijden knotwilgen ging het naar de Lagenwaardse molen waar net een demonstratie bezig was in water pompen door de molenaar.




Wij reden door langs nog vele molens via de Wijde Aa naar Hoogmade, weer een water over en hier en daar namen we een stop om bij te komen van de warmte en te genieten van de fraaie omgeving. Vervolgens reden we naar Kaag en Buitenkaag langs de meest bizarre watertjes en over bruggetjes. Wat een geweldig gebied is dit! Over de Lisserdijk met heel veel watersporters en dure jachten naar Lisse en langs de Keukenhof reden we zo, ergens tussen Noordwijk en Zandvoort de duinen in. Plots dus weer heel ander terrein nu en natuurlijk voor ons heel bekend. Bij het Langevelderslag volgde weer een lange break met ijs en cola en vervolgens namen we het laatste stukje met de wind mee door de duinen naar Zandvoort. Nu ja, de wind mee, dat viel dus behoorlijk tegen want die was inmiddels gedraaid naar NW en dat werd tegen de verwachting in nog even flink stoempen. Frank zat er meteen een beetje doorheen en moest in Bloemendaal aan Zee dringend aan een infuus met patat om weer op krachten te komen. Mijn voostel om via de Kennemerduinen met de draagvleugelboot naar Amsterdam CS te gaan lieten we varen vanwege de afstand en de wat mindere aansluiting naar Schiedam terug, maar zelfs een rondje door de duinen om het circuit van Zandvoort heen zag Frank niet meer zitten en daarom reden we maar linea recta naar Heemstede terug en namen daar de trein. Uiteindelijk waren we best wel vroeg terug, zo rond kwart over zes stonden we weer op Schiedam CS. Een heerlijk ritje zoals gezegd en blij dat ik deze track nu toch heb gereden. Mooie route die voor herhaling vatbaar is. Het werd voor mij 95 km. Binnenkort de belevenissen in Drenthe.





dinsdag 3 mei 2011

Met NO 6 strak langs het water

Nog steeds houden Frank en ik het “Bob-den-Uylen”  hoog in het strak wapperende vaandel. Fietsen zoals de Rotterdamse schrijver Bob den Uyl (1930-1992) dat propageerde: kijken hoe de wind staat en afhankelijk daarvan nemen we de trein heen of de trein terug. Fietsen met de wind mee dus, het is hier al vele malen beschreven. Den Uyl zelf verwoordde het in zijn boekje "Wat fietst daar?" als volgt: 'Een fietstocht is het afleggen van een onbepaald aantal kilometers op de fiets. (...) Richting en bestemming laten wij bepalen door de wind. We stappen 's ochtends op de fiets en rijden ontspannen met de wind mee. Ja maar zullen velen zeggen, dat heeft toch weinig nut? Als je 's avonds weer thuis wilt zijn, zal je toch op een bepaald ogenblik tegen de wind in moeten gaan fietsen. Dit nu doen wij niet. Wij blijven de hele dag met de wind mee fietsen, en keren 's avonds per trein terug.'

Op Koninginnedag stond er een fikse NO-wind, dicht bij huis 5 en onderin Zeeland zelfs 6. Aangezien Koninginnedag (ons) niet bepaald uitnodigt om de grote steden te bezoeken of zelfs maar de trein te nemen die in die richting gaat, was de keus snel gemaakt: wederom een rit langs het water over het prachtige Goeree en de Zeeuwse eilanden. Deze keer onze jaarlijkse “klassieker”, een rit van 120 km waarbij we op ieder eiland zoveel mogelijk langs het water blijven en dus de volledige rondingen maken. Deze rit hebben we al diverse malen gefietst, zowel vanuit de thuisbasis als vanuit Vlissingen. Een zeer memorabele was b.v. die van juli 2009.

Normaal gesproken startte deze rit bij NO-wind altijd gewoon hier bij de Beneluxtunnel, maar tegenwoordig slaan we het saaie Hoogvliet en Spijkenisse liever maar over en nemen de metro naar het eindpunt in Spijkenisse en starten daar. Je zit dan meteen na een kilometer al in het groen richting de Bernisse. Deze keer gingen we om 10 uur van start vanaf de Akkers dus. Fietsen met de wind mee is best nog een hele kunst, ga vooral niet als een gek pedaleren want dan blaas je jezelf op den duur op. Het mooie is nu juist dat je heerlijk relaxed kunt rijden en genieten van de omgeving en toch een aardig vaartje houdt dat je bijna geen moeite kost. Tegen de wind in fietsen houdt daarentegen in dat je vaak langdurig over je stuur hangt met het hoofd naar beneden en dus minder kunt genieten van de mooie omgeving. Langdurig tegen de wind in fietsen = dom. Pas op het allerlaatste stukje van onze rit van zaterdag, vanaf Westkapelle, moesten we tegen de wind in naar Vlissingen. Tot aan dat moment was het gemiddelde een fraaie 20+ na 100 km. Op het laatste stukje kakte dat natuurlijk grandioos in, maar goed, we rijden nu eenmaal niet om snel klaar te zijn of records te breken.

Het is toch wel grappig eigenlijk dat Frank en ik deze rit echt blindelings kunnen rijden nu. Zonder kaart of GPS-track rijden we zo van Spijkenisse naar Vlissingen. Dat geeft meteen minder stress onderweg, wegbewijzering hoeven we niet op te letten. De wind was heerlijk in de rug en dat het wel goed zat deze dag merkten we al in de Bernisse richting Hellevoetsluis. Opvallend stil was het trouwens daar, geen oranjefeest niks. Zonder problemen konden we dwars door het centrum. Geen toeter of oranje pruik te bekennen. De gorzen achter Hellevoet waren bepaald nog niet spannend bezet met lepelaars of ander gevogelte maar des te meer overwoekerd door de bereklauw. Ook de rest van de dag waren we echt verbaasd over het ongekende succes van dit onkruid. Alleen schapen en geiten schijnen er dol op te zijn.

Behalve de Koningin waren er nog meer jarigen tijdens onze rit, te weten de dammen op de eilanden! Vijf dammen vieren een kroonjaar. Onze eerste horde bijvoorbeeld, de Haringvlietdam, werd op 15 november 1971 door Juliana geopend. Vanaf 1957 is er aan gewerkt. Lengte is 5 km. De dam bevat 17 sluizen met elk een opening van 56,6 meter. Voor ons allemaal oude kost en gesneden koek natuurlijk en in no-time zaten we al in de Kwade Hoek en via het geweldige schelpenpad even later heerlijk op een bankje in de zon nabij het Flaauwe Werk met uitzicht op zee. Wat toen al opviel: er waren nauwelijks medefietsers! Ongekend rustig was het op de paden, bijna geen mens te bekennen en dat zou pas bij Renesse veranderen. Zelfs onze volgende verovering, de Brouwersdam, was bijzonder rustig met slechts enkele (Duitse) caravans en mobile homes. De Brouwersdam had de caissonsluiting op 1 mei 1971, dus ook al een jarige. Door deze 6 km lange dam ontstond het Grevelingenmeer.

Halfverwege de dam keken we natuurlijk nog even naar onze vrienden de zeehonden die daar eigenlijk altijd wel ronddobberen. Een paar foto’s werden geschoten en toen gingen we weer verder, op naar Renesse. Deze rit bleven we overal strak langs het water en dat houdt in dat je bij Renesse noodgedwongen wat hoge duinpukkels mag beklimmen. De hoogste is een beroemde en vervloekte bult met stijgingspercentage 10% of zoiets, die je alleen lopend opkomt. Frank beweert dat hij het ooit fietsend heeft gedaan met zijn SPN. Tijdens onze pauze daar zagen we slechts 1 mannetje het inderdaad halen, maar die kwam met een bijzonder rood en gezwollen hoofd aan en vroeg direkt om zuurstof en een priester. Het bankje bovenop deze bult biedt een werkelijk schitterend uitzicht op de bijna verlaten stranden van Schouwen-Duiveland. Misschien dat er hooguit vijf man op het strand liepen. Waarom zou je in godsnaam naar Scheveningen gaan en daar hutje bij mutje gaan liggen? Ga toch lekker naar Zeeland.

Na vele foto’s te hebben geschoten reden we via Burgh-Haamstede relaxed Schouwen weer af en namen een volgende break bij een monument op de kop van Westenschouwen, ook al een favoriet plekje met geweldig uitzicht. En daarna volgde dan de 9 km lange Oosterscheldekering met de beroemde pijlerdam en in het midden het voormalig werkeiland Neeltje Jans. We merkten tijdens deze rit dat we op sommige plekken welhaast een beetje blasé fietsten, misschien ook door het heerlijke weer, maar rijden over de pijlerdam blijft altijd weer heel bijzonder. De kracht van het water dat beneden je kolkt en raast is werkelijk ongelofelijk en heel indrukwekkend. De pijlerdam gaat dan weer naadloos over in de niet minder fraaie Veersegatdam die Noord-Beveland met Walcheren verbindt (caissonsluiting 27 april 1961, ook al een jarige!). Helaas maar 2,8 km want dit is wel heel mooi fietsen, met aan de ene kant het Veerse Meer en aan de andere kant de aanblik van de pijlerdam die in de verte verdwijnt achter de duinranden en een vol strand met talloze windsurfers die over het water scherend de blauwe lucht van bonte kleuren voorzien. Dichterlijker kan ik het niet beschrijven! En toen zaten we alweer op Walcheren. Langs Breezand ging het de duinen en even later zelfs de bossen in achter Oostkapelle, toepasselijk genaamd Oranjezon. Vroeger was het inderdaad dan ook eigendom van de graven van Nassau. Meer info over dit geweldige natuurgebied waar je uitgebreid kunt fietsen en wandelen o.a. HIER.

Het bos heeft heerlijk slingerende onverharde paden en vreemd ogende kronkelige bomen, zal wel door het duinzand komen of zo. Je ervaart het een beetje als een sprookjesbos. De zon schitterde wel wat irritant door het gebladerte waardoor we af en toe de orientatie kwijt raakten en bijna bochten misten. Na enige tijd doemde een ons bekende snackbar op en namen we een heerlijk softijsje. Enkele jaren geleden lag ik hier uitgeteld als een Tommy Simpson met een colaatje te recupereren. Hierna weer verder door het bos en uiteindelijk via Domburg, waar we weer kasteel Westhove raakten maar niet bezochten, naar de zeedijk richting Westkapelle. Een fantastisch stuk met een uitzicht over de Noordzee om je vingers bij af te likken. Ook Westkapelle zelf is een leuk dorpje, je kijkt vanaf de dijk uit over de vele oranje daken en daar steekt dan plots een fraaie molen bovenuit. Ook hier op de dijk namen we een ruime eet- en drinkstop als voorbereiding op het laatste stuk tegen de wind in.

Dat laatste stuk viel eigenlijk reuze mee, want we reden behoorlijk beschut door bos en achter dijken. Op slechts enkele punten was het heel even stoempen, maar dat mag bijna geen naam hebben. Verrassend was met name dat we een nieuw pad aantroffen dat ons vanaf Westduin zo Vlissingen binnenreed. Een zeer fraai pad, om de superlatieven nog maar even te handhaven. Daarna hebben we met een voldaan gevoel nog even heerlijk in de namiddagzon op de boulevard van Vlissingen gezeten en na een klein uurtje dan toch de trein opgezocht. Dat werd even wachten, maar gaf de gelegenheid tot lekker nagloeien van deze geweldige rit. Voor het gevoel wederom een hoogtepuntje in onze Zeelandritjes, vlekkeloos van begin tot eind! Volgende prooi in Zeeland wordt op zeker nu de Oesterdam onderaan Tholen, met 10,5 km tevens de langste dam van de Deltawerken. Ik kan haast niet wachten.

De track van deze dag in detail op Ride with GPS.

De info over de jubilerende dammen is afkomstig uit een special van de Provinciale Zeeuwse Courant van vorige week, met dank aan collega Fred.

maandag 25 april 2011

Zweten op de Ruiterberg en lummelen langs de Linge

De laatste weken spreken Frank en ik nogal halfslachtig af wat we gaan fietsen. Vaak wordt pas op de ochtend van een rit de knoop doorgehakt. Er zou een Paasrit gaan komen, maar waarheen wisten we niet. Na wat heen en weer gemail op zondagmorgen werd het uiteindelijk een rit die ik een tijdje geleden in elkaar heb gezet in geval van een NO-wind: starten in Amersfoort, over de Utrechtse Heuvelrug naar Wijk bij Duurstede, daar het pontje naar Rijswijk en vervolgens richting Geldermalsen om vandaar langs de Linge te rijden naar Gorinchem. Een rit met een heel divers landschap. Bijna lukte deze rit nog ook. De warmte was helaas een (te) grote factor op eerste Paasdag en op ongeveer 15 km van Gorinchem moesten we inzien dat we er beiden doorheen zaten en snel zochten we de verkoeling van de trein op in Leerdam. Het werd desondanks toch wel mooi 89 km. Dat de rit bijna lukte is dan eigenlijk ook een verkeerde beschrijving, want het was een fraaie rit wederom en onderweg was het echt genieten van de vele landschappen en vergezichten. Ook was het leuk om een aantal plekjes uit vorige ritten weer eens te bezoeken, zoals Buren en het traject vanaf Geldermalsen langs de Linge.

De trein van elf uur naar Amersfoort was op zich lekker leeg, maar uitgerekend het fietsgedeelte was overvol. Door een storing bij Breda moesten wat Duitse wielrenners op leeftijd nu via Utrecht naar Eindhoven en die klommen bij ons aan boord. Wel zo gezellig natuurlijk en ik mocht nog even wat Hochdeutsch etaleren. Na Utrecht liep de trein dan echt vol en we waren blij dat we er snel weer uit mochten. Een late start in Amersfoort dus, even na twaalf uur. Gelukkig kost het vrij weinig moeite om Amersfoort uit te komen en al na een paar km zaten we heerlijk in de bossen. Bij het maken van de track had ik wat heuvels ingepland, waaronder de Ruiterberg. Ooit hebben Frank en ik de Amerongse berg beklommen op de Heuvelrug en dat was, ondanks dat we de “slappe” zuidzijde namen, al een behoorlijk benenbrekertje. De Ruiterberg is minder zwaar, het is echter vanaf de noordzijde die wij namen wel de nr.6 van de Utrechtse Heuvelrug volgens de zeer informatieve site HeuvelsFietsen. Na een heerlijke aanloop van 25 km door geweldige bossen en met kleinere klimmetjes (waar we ook al de nodige moeite mee hadden), doemde de Ruiterberg dan op. Hoe we boven zijn gekomen is onduidelijk, maar het was uitermate zwaar en zeer frustrerend om te zien dat je bij de beklimming wordt ingehaald door een vadsige fietser op een oud karkas zonder versnellingen en bejaarden op E-bikes die rustig achteroverleunend zelfs nog een boterhammetje wegbikken en de laatste roddels doornemen. Frank en mij zag het zwart voor de ogen en liep het zweet via de broekspijpen in straaltjes op de weg. Of de vorm is er bij ons nog niet, of we worden echt oud nu. Maar een E-bike? Never!

De afdaling was heerlijk en direct ook veranderde het landschap van bos naar het oerhollandse landleven met boerderijtjes en uitgestrekte weides en boomgaarden, schapen, scharrelkoeien en speels vechtende paarden. Overigens waren we nog wat aan de vroege kant voor de bloesems. Slechts hier en daar begon het aardig los te komen. Een kleine tien km later gleden we Wijk bij Duurstede in en het pontje naar Rijwijk lag al klaar voor ons. Weer een nieuw pontje gescoord! Aan de overkant pikten we bij Rijswijk bekend terrein op en reden we via de brug over het Amsterdam-Rijnkanaal naar het vestingdorpje Buren. Midden op de brug namen we een flinke pauze want de warmte begon op dat punt een beetje in de benen te slaan. Onder het genot van een drankje keken we toe hoe een Zwitserse cruiseboot langzaam onder de brug door gleed. Het vervolg van de rit, richting Buren, verliep niet helemaal lekker doordat we een knooppunt misten en hierdoor een extra loop reden. Een bekend euvel tijdens onze ritjes inmiddels. In Buren volgde dan ook direct de volgende stop, met patat, softijs en colaatjes voor de enorme dorst. Lekker in de schaduw tegen een eeuwenoude stadsmuur werd de tussenstand bij Feyenoord-PSV via Frank's Iphone goed in te gaten gehouden. Verder was Buren weer lekker druk met toeristen en op deze dag leek het wel het nationale “och-laat-ik-eens-voor-een-softijsje-stoppen” centrum.

Ook na Buren lukte het nog even niet met de track en reden we de verkeerde kant op. Gelukkig was herstel niet moeilijk en bleef deze loop beperkt. Bij Geldermalsen sloten we dan eindelijk aan bij het laatste deel van onze rit, en konden we heerlijk lummelend langs de Linge rijden. Een feest der herkenning want we waren hier slechts eenmaal eerder geweest. Ook toen werd het een rit trouwens die niet helemaal lukte. De paden langs de Linge zijn echt fantastisch en soms rij je dicht langs het water, dan weer slinger je er een stuk vanaf. Fraaie sloepen en scheepjes glijden voorbij en er wordt veel gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de Linge af te varen per gehuurde kano, terug rij je dan per gehuurde fiets, een leuk concept. Het was inmiddels echter al tegen zes uur en zowaar kwam er wat bewolking. Na nog een relaxte drinkstop op een bankje aan de Linge hadden we het wel gezien en bleek Leerdam uitnodigend dichtbij. De koers werd dus ingevoerd op de GPS. De terugreis verliep voorspoedig met zelfs een directe verbinding vanuit Dordrecht en even na achten waren we weer op Schiedam CS. Helaas bleek de rit er wel behoorlijk te hebben ingehakt en tweede Paasdag liep ik als een zombie door het huis. Geen zin in fietsen. We gaan als alles meezit op Koninginnedag weer volop aan de bak.

Hieronder de gereden track, voor een meer gedetailleerde (en downloadbare!) track met o.a. de hoogteverschillen zie hier.

zaterdag 23 april 2011

In de serie 1001 fietsritten die je gereden moet hebben voor je sterft…

Het was een pittig weekje op het werk met maar liefst vier nachtdiensten, waarvan twee met uitloop en ook nog een avondvergadering. Wegens de vermoeienissen kwam ik dan ook niet toe aan het maken van een verslagje van de rit van afgelopen zondag. Wel gaf het me de tijd om de indrukken van deze geweldige rit de hele week rustig te herkauwen. Op zich al een genot. Ook de 250+ foto’s die werden geschoten zijn regelmatig bestudeerd de afgelopen dagen. Het was een rit vanuit Hekelingen, door de Hoeksche Waard en via het Hellegatsplein over Oostflakkee, Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland naar Goes, en dat alles zo strak mogelijk langs het water. Voor mij de eerste keer dat we zo reden, Frank heeft de rit eerder gemaakt. Fietsen over de eilanden, over dijken en langs eindeloze watervlaktes perst meestal vrij spontaan bij Frank en mij de superlatieven uit de pen, maar ik vrees dat bij deze rit zelfs de superlatieven te kort gaan schieten. Aan het eind van de rit stond in Goes 102 km op de teller, de eerste 100-plusser van dit prille fietsseizoen, en de track die ons daar bracht mag wat mij betreft ingelijst. Mocht er ooit een boekje uitkomen getiteld “1001 fietsritten die je gereden moet hebben voor je sterft”, dan is de grote kanshebber voor de eerste plaats nu bekend. Aan de track (zie onder, klik voor groter) is goed te zien hoe strak er langs het water is gereden. Meer gedetailleerd is de track hier te zien, daar kan de track ook worden gedownload.

Het eerste gedeelte van de tocht vanaf het pontje bij Hekelingen was in feite gelijk aan de laatste Schaakfietstocht (september 2010), maar dan de terugweg. Een zeer fraai begin met o.a. het Dijkgraaf van der Lindenpad dat een stukje door bosgebied gaat.  Na het Hellegatsplein ging het nu echter Flakkee op en begon voor mij al snel onontgonnen terrein. Via het rustieke Ooltgensplaat reden we langs mooie lindenlanen naar een krankzinnig fraaie bitumendijk ter hoogte van de Mariadijk. Frank voorspelde al dat ik hier zou gaan genieten, maar dat bleek een understatement van jewelste. Totaal verlaten van alle (fiets)verkeer, in complete stilte, reden we over deze dijk die doorliep tot aan Oude Tonge. Prachtige vergezichten en scharrelpaarden in de uiterwaarden. Uiteraard werd regelmatig gestopt voor foto’s en ook werd een slakkengang afgesproken want dit was echt genieten en daar wil je niet met 30+ doorheen knallen.

Bij Oude Tonge hield de dijk nog niet op, maar moesten we wel even door dit dorp heen omdat de Oude Tonge Benedensas ons de weg versperde. Hier troffen we ook het enige echt slechte pad aan, maar dat bleek gelukkig erg kort. Toen ging de dijk weer verder en verder en daarna volgde naadloos de Grevelingen crossing naar Bruinisse. Halverwege een stop met patat en cola en fraaie uitkijk over het water. Al bussen vol Duitsers hier. Mooi verder rijden langs mosselkwekerijen rond Bruinisse, herkenbaar aan de blauwe drijvende tonnen. Een unieke brug zagen we bij de jachthaven van Bruinisse, waar het wegdek gewoon verrijdbaar bleek en plaats maakte voor de uitgaande scheepjes. In Bruinisse werd meteen weer de waterkant opgezocht en Frank manouvreerde ons langs scheepswerfjes en nog meer mosselkwekerijen opnieuw naar een zeer fraaie dijk, misschien wel het hoogtepunt van de dag. Deze dijk voerde ons uiteindelijk helemaal tot aan de Zeelandbrug in een orgie van blauw en groen, water, lucht, eindeloze velden aan de andere kant van de dijk, boerderijtjes, schapen en lammetjes, traag voorbijglijdende zeilschepen, uitzicht op Anna Jacobapolder en Tholen in de verte, nog meer blauw, zon, zee… we werden compleet gek.

Na dit feest naderde alweer een volgend hoogtepunt, de immense Zeelandbrug. Helaas begon het toen net wat te betrekken en moesten we bovendien om op de bug te komen een stuk naar het noorden fietsen, met de wind tegen. Toch nog even stoempen dus. Maar dat werd weer ruimschoots goedgemaakt toen we eenmaal op deze kolos reden. Windje mee en af en toe 30+, gewoon omdat het kon. Precies op de helft stopten we even om te genieten van het uitzicht en Frank probeerde ook een lokatietweet te verzenden. Frank had deze dag net de lokatietweet ontdekt en maakte er ruim gebruik van. Eigenlijk was deze brug mij nog te kort (hij is 5,5 km!). Een geweldige ervaring om er over te fietsen. Aan het eind reden we er onderdoor en weer langs de kust, nu van Noord-Beveland. Inmiddels naderde de 100 km grens en vonden we het welletjes voor deze dag. Het was ook aanzienlijk killer geworden. De meest direkte route naar Goes bracht ons net over de 100 en meer dan tevreden stapten we in de trein. Er werd op de terugweg nog lang nagepraat over deze ongehoorde rit! Nu op naar de Paasritten.

Lees ook Frank’s verslag!

maandag 11 april 2011

Don’t leave home without it!

Al bijna twee weken nu loop ik te blaffen als een dolle hond dankzij een of andere vreemde bacil die ik ergens heb opgelopen. Even was ik zelfs de stem kwijt. Van fietsen kwam weinig, vorige zondag moest een ik geplande rit afzeggen en afgelopen week reed ik alleen even heen en weer naar een schaakwedstrijd (40 km), maar de benen voelden zwaar. Inmiddels gaat het al veel beter, maar desondanks zag ik het gisteren nog steeds niet zitten om op pad te gaan. Gelukkig liet ik mij door Frank toch overhalen om een relaxed ritje over de landtong bij de Brielse Maas te maken, om daarna via de Maasvlakte en een overvaart met de Fast Ferry naar Hoek van Holland weer naar huis te gaan met de trein. Het werd uiteindelijk zelfs nog 56 km in zeer fraai weer en minimale oostenwind.

Toen we op de landtong op een bankje zaten voor onze eerste break, kwam er een echtpaar voorbijlopen waarvan de man een lekke band had. Ze hadden geen plakspullen bij zich. Dom natuurlijk en een harde les. Terug lopend naar Rozenburg moesten ze en de vrouw had hakjes aan en zag de tocht bepaald somber in. Hun recreatieve zondagmiddagrit rond het Brielse Meer leek voortijdig afgelopen. Gelukkig echter rijden Frank en ik behoorlijk geoutilleerd rond en konden we deze mensen onze hulp aanbieden. Bij elkaar hebben we wel drie setjes reparatiespullen bij ons, reserve binnenbanden, reserve spaken, pompjes, latex handschoentjes en diverse steeksleuteltjes en andere gadgets. Onze hulp werd dankbaar aanvaard en terwijl Frank de belangstellende dame wat GPS-les gaf en uitlegde hoe je het beste verre tochten dient te maken, met de wind mee en de trein terug, plakte haar echtgenoot zijn voorbandje. Het lek viel gelukkig mee en na enige tijd konden ze hun tochtje toch gewoon voortzetten. We namen hartelijk afscheid, weer een goede daad gedaan!

Zelf stapten we ook weer op en reden eerst langs het Oostvoornse Meer naar “onze” kikkervennetjes. Daar viel nog weinig leven te bespeuren en toen diverse wandelaars hun hond lieten rondspetteren in het water hielden we het voor gezien en reden via de andere kant van het Oostvoornse Meer richting de Maasvlakte. Deze is helemaal op de schop gegaan zo bleek. De weg naar de Slufter is afgesloten, het motorcrossterrein is weg en sommige fietspaden zijn compleet verschoven. Ook zijn hele duinen weggeschept! Bizar. Bij het voorlichtingscentrum van de Maasvlakte 2, Futureland, namen we een colaatje voor de schrik en reden daarna ontspannen nog even tegen de wind in naar de halte van de Fast Ferry. Deze kwam verrassend snel voor de verandering en voor we het wisten zaten we alweer in Hoek van Holland. De Ferry nam trouwens een alternatieve (langere) route die helemaal langs de pier voer, erg fraai! Al om vier uur hadden we de trein en bij vijven weer thuis. Lekker middagje!

Return of Superzoom!

Sinds afgelopen week heb ik weer een Panasonic uit de DMC TZ-serie. Nadat de TZ-7 een defect had opgelopen en ik noodgedwongen verder moest met mijn oude Sony met slechts 3x zoom, begon ik de 12x zoom meer en meer te missen tijdens de tochtjes. Uiteindelijk koos ik in de jungle van compactcamera’s toch weer voor een Panasonic en wel de TZ-10, met 12x zoom, effectief zelfs 16x. Natuurlijk zijn deze camera’s niet te vergelijken met spiegelreflexen met lichtsterke objectieven, maar die neem je nu eenmaal niet zomaar even mee op een fietstochtje. Hoe minder bagage hoe beter, zo’n grote tas om je nek is niks. De huidige compactjes hebben tegenwoordig alles in huis, veel zoom, groothoek, HD-filmen en ze leveren gewoon mooie foto’s. De foto’s worden toch voornamelijk gebruikt voor output op het beeldscherm en niet geprint. Kortom, met de TZ-10 ben ik weer heel blij. De TZ-serie blinkt voornamelijk uit in een enorme stabiliteit, waardoor je gewoon uit de hand scherpe foto’s kunt maken en filmen in het uiterste zoombereik. Onderstaand een voorbeeldje gemaakt tijdens het tochtje van gisteren bij de Maasvlakte 2 (klik voor grotere versies!). De zoom is geweldig en levert zeer fraaie foto’s op. Een voorbeeld van de zoom tijdens filmen is te zien op een filmpje dat ik schoot van ijsbeertje Vicks in Blijdorp. Let op het einde van het filmpje!



Nagelbijtertje

Ook weer eens wat schaaknieuws op de blog maar. Dit seizoen kom ik helaas weinig aan schaken toe, voornamelijk door de nachtdiensten op vrijdagnacht, waardoor het me moeilijk valt om op de clubavond (vrijdag) te komen of op de KNSB-zaterdag. Omdat mijn meespelen deze keer echter gewenst was i.v.m. een dreigende degradatie, nam ik een keertje vrij en speelde afgelopen zaterdag mee met ons tweede team tegen Dordrecht. Ik mocht met wit aan bord 8 tegen Dirk Pulles (rechts op de foto), een oud-speler van Groothoofd die al een aantal jaren niet meer heeft gespeeld. Vroeger een talentvol jeugdspeler. Ik rommelde maar wat aan in de opening en kreeg nauwelijks spel. Toen ik uiteindelijk dan toch wat waagde was het juist mijn tegenstander die slagvaardiger bleek. Echter in zware tijdnood aan beide kanten gebeurde er van alles en kwam ik toch nog met het nodige geluk met een zege bovendrijven. Een echte nagelbijter. Helaas mocht het voor de totaalstand niet baten, we verloren verdiend met 5-3 en de degradatie komt angstig dichtbij.

Onderstaand het slot van de partij, ik speelde dus met wit.


Viewer by ChessTempo

dinsdag 29 maart 2011

Hoppend over de A58 door Brabant

Het lukt nog steeds om ieder weekend een leuk tochtje te maken. Meestal zet ik die tochtjes handmatig uit, met de Onroute Fietskaart in Mapsource. Ik “Wikificeer” de route op leuke punten om te bezoeken, selecteer op bossen, heide, duinen, water- en natuurgebieden etc. Ook gebruik ik de satellietbeelden van Google i.c.m. Streetview om e.e.a. op voorhand te bekijken. Zo ontdek je soms fraaie plekjes. Onlangs b.v. bij het uitzetten van een tochtje over Tholen zag ik de nabijgelegen Oesterdam. Onderstaand het beeld zoals je dat kunt zien op Google Streetview. Gaan we zeker eens overheen fietsen!

Bij het uitzetten van de tochtjes is het de kunst om zoveel mogelijk de drukke bebouwde kom te vermijden en fraaie gebieden aan elkaar te rijgen. Tot nu toe is dat altijd aardig gelukt, met als hoogtepunt de nog steeds onovertroffen rit door Brabant vanaf Nijmegen. Ook afgelopen zondag besloten Frank en ik tot een rit door Brabant, deze keer van Tilburg naar Bergen op Zoom. De wind kwam immers uit het oosten en Brabant is nu eenmaal schitterend fietsen. De route van net 80+ zou bovendien een goede opwarmer zijn in dit voorseizoen. Deze keer echter moest ik door tijdgebrek en zomertijdperikelen de tocht zaterdagavond laat even snel in elkaar flansen en deed dat via knooppunten op de Online Fietsrouteplanner van de Fietsersbond. Een fraaie site die de route aan de hand van ingegeven punten voor je berekent en ook direct exporteert naar een Garmin track. En zo gingen we dus zondagochtend om elf uur in Tilburg op weg met 39 waypoints in het apparaat. Voor de zekerheid had ik de 39 knooppunten ook op een blaadje genoteerd. Daarnaast hebben we ook nog gewone kaarten bij ons. Die dingen van papier.

Al snel bleek dat we de papieren kaarten uit de tas konden halen want het lukte niet om op de track te komen. De GPS-apparaten lijken weliswaar onfeilbaar tegenwoordig, de gebruikers zijn dat bepaald niet. We konden even geen wijs uit de vele menuutjes en knopjes. Maar na een toch aardige, niet geplande rondrit door Tilburg en langs het Wilhelminakanaal (achteraf viel het trouwens nog wel mee) kwamen we dankzij een knooppuntenbord via een shortcut gelukkig direct op punt 3 van de track en kon het feest beginnen. Laat ik vooropstellen dat het een geweldige rit was, door prachtige bossen en wijds land, afgewisseld met ludieke boerengehuchten en Brabantse dorpjes waar het gezellig druk was op de terrasjes. Maar toch liep de route hier en daar wat vreemd. Zo hebben de knooppuntenontwerpers schijnbaar weinig moeite met snelwegen. De opeenvolgende punten 39,40, en 41 onder Breda, in combinatie met een stuk LF13b, liet ons maar liefst 4(!) keer over de A58 klimmen. Bizar gewoon en niet bepaald plezierig. Voor de volgende rit dus maar weer terug naar handmatig plannen.

Maar goed, zoals gezegd was het een prima dag, knallende zon, weinig wind, koffie met appelgebak en verse slagroom op z’n Brabants, broodjes eten in de verstilde bossen, heerlijk slingeren over smalle onverharde bospaadjes en overal vriendelijke dagjesmensen. We reden zelfs een klein stukje nog door Belgie en schampten daar bij een kruispunt met kapelletje een eerdere rit die we door het buurland maakten. Hoewel de rit uitliep naar 94 km kwamen we om kwart over zes, een mooie tijd, aan bij Bergen op Zoom CS. Om kwart voor acht zat ik tevreden nagloeiend weer thuis aan de koffie. De volgende rit door Brabant zal niet lang op zich laten wachten denk ik, we willen de bloesemtocht vanaf Nijmegen namelijk nog eens rijden.

Lees ook het verslag van Frank!

maandag 21 maart 2011

Tochtje door de achtertuin

De lente is geweldig begonnen en het ziet er naar uit dat we de hele week prachtig weer krijgen. Gisteren brak de zon echter pas laat volledig door en hoewel ik daarom eerst een dagje huismussen had gepland, besloot ik rond twee uur om toch maar even te gaan toeren. Het kon geen ritje worden waar een treinreis in voorkwam, want gisteren was het gratis reizen bij de NS op vertoon van het boekenweekgeschenk. Daar hebben dus 200.000 mensen gebruik van gemaakt! Daarom een ritje in de buurt. Ook niet slecht natuurlijk want met de Oude Maas in je achtertuin heb je geen klagen. Eerst reed ik via Hoogvliet en het Ruigeplaatbos naar de Spijkenisserbrug, daar liet ik mij onderdoor langs de Maas zakken, en reed verder over de Vossendijk. Gek genoeg nog nooit eerder gedaan vanaf dat punt.

Als je zo langs de Maas blijft rijden tot aan de Heinenoordtunnel, praat je over een geweldig mooi stuk langs het water van ongeveer 15 km. Bij de Rhoonse Grienden stapte ik nog even af voor een kleine wandeling door dit prachtige gebiedje met getijdewerking en vele bijzondere planten- en dierensoorten. Tussen oktober en maart wordt ieder jaar een deel van de grienden geknot. Het wilgenhout wordt nog steeds gebruikt voor o.a. zinkstukken, maar ook de olifanten van Diergaarde Blijdorp krijgen wilgentakken uit de grienden om op te knabbelen. Het knotten was hier en daar nog in volle gang. Er staan geloof ik 15 verschillende soorten wilgen daar. Ik ga er binnenkort nog eens wat uitgebreider wandelen, nu was het gewoon te druk ook.

Ook voor het eerst het uitkijkpunt nabij Smitshoek beklommen met uitzicht over de Gaatkensplas en in de verte een prachtig kijk op de Rotterdamse binnenstad. Meestal als ik met Frank rijd dan scheren we hier voorbij. Zelf ben ik gek op uitkijktorens en hoge punten in de duinen b.v. en zal als het even kan niet nalaten omhoog te klauteren.

Het hele stuk tot aan de Heinenoordtunnel had ik de wind mee, maar achteraf bezien was de wind een minimale factor. De tunnel was totaal verlaten, een vreemde gewaarwording om in je eentje door de koude verlaten tunnelbuis te zoeven. Aan de andere kant, in de Hoeksche Waard, bleef ik langs de Maas rijden richting Oud-Beijerland en vandaar door het haventje verder naar Nieuw-Beijerland. Terug richting west dus en nu met de wind tegen, maar met gemak haalde ik de 20 km p/u. Met het pontje bij Hekelingen over naar Spijkenisse en om vijf uur pakte ik de metro terug naar huis met exact 40 km op de teller. Een fraai en relaxed lenteritje! Met een beetje mazzel gaat het me misschien wel lukken om woensdag ook nog wat te rijden.

maandag 14 maart 2011

Rustige zondagmiddag in Midden-Delfland

Aan het einde van week 10 is dan toch de eerste 1000 km een feit. Niet dat het enorm belangrijk is natuurlijk, maar als je eenmaal in gedachten neemt om gemiddeld 100 km per week vol te houden dan gaat zoiets toch meer leven dan je zou denken (of zou willen?!). In ieder geval geeft het geen slecht gevoel! De zondagmiddagrit met Frank van gisteren was heerlijk relaxed en totaal niet voorbereid. Weinig wind, geen zon, maar een redelijk aangename temperatuur van 14 graden. Vanaf Vijfsluizen werd onze eerste target het rustieke kerkdorpje ‘t Woudt. Het traject daarheen kunnen we natuurlijk geblinddoekt rijden. Onderweg al aardig wat lammetjes nabij Maasland, wederom twee buizerds dicht bij elkaar dansend in de lucht en natuurlijk weilanden vol ganzen en ook wat hazen. Ook geluiden van de Kievit. Afgelopen week werd in Maasland dan ook het eerste Kievitsei gevonden. Bij de Kwakel een lekkere lange drinkstop en toen via Schipluiden naar ‘t Woudt. Net na Schipluiden zoefde een gele banaan voorbij die ik begroette met “Hoi Eduard!”. Geen idee of het Eduard Botter was, maar met standplaats Wateringen moet dat toch haast wel? Bovendien zie ik nu dat hij gisteren inderdaad een rondje heeft gemaakt. Wie we wel misgefietst zijn is clubgenoot en gemeenteraadslid Arno Bonte, die deze middag ook een ritje door Midden-Delfland heeft gemaakt, en wel op de Twitterfiets!

Op een bankje voor het kerkje van ‘t Woudt namen we onze volgende break, aangezien koffiehuis De Hooiberg nog dicht is zo vroeg in het seizoen. Dus nog geen Woudtse Plakken helaas. Na deze stop wilden we aanvankelijk naar Leiden fietsen via Kijkduin en Wassenaar. Dat werd later echter weer bijgesteld toen we eenmaal in Kijkduin waren. Na ‘t Woudt en Wateringen, ging het alsmaar rechtdoor, langs de Uithof, richting de duinen. Bij de Groen van Prinstererlaan stuitten we zowaar op de 37e City-Pier-City loop. Hier werd het even moeilijk rijden, we moesten noodgedwongen het parcours volgen, maar redelijk soepel arriveerden we toch bij Kijkduin. Op het bekende bankje voor de frietkraam een stop om de energie weer op te laden en even met leedvermaak drukke zondagmiddagmensen met drukke kinderen bekijken. Inmiddels leek het ons beter om toch maar tegen de wind in naar de Hoek te rijden en daar de trein te pakken naar Schiedam. Altijd goed voor de conditie om een beetje te stoempen. Het ging overigens zonder al te veel problemen, geen wind van betekenis. Even na half vijf waren we bij de Hoek en rond vijf uur weer thuis. Mooie rit! 52 km.

Lees ook het verslag van Frank.

Labbekakritje met bakkie in Delft

45 km